Werkgever moet ook loon betalen als de werknemer geen arbeid verricht

‘Geen loon is verschuldigd voor de tijd gedurende welke de werknemer de bedongen arbeid niet heeft verricht’, luidde de tekst van artikel 7:627 BW. Dit artikel is echter per 1 januari 2020 komen te vervallen. De nieuwe hoofdregel komt neer op: geen arbeid, wel loon, tenzij het niet verrichten van arbeid voor rekening van de werknemer moet komen. Dit kan ingrijpende gevolgen hebben voor werkgevers.

In de oude regelgeving van vóór 1 januari 2020 was de hoofdregel eenvoudig uit te leggen: geen arbeid, geen loon. Als een werknemer niet werkte, omdat hij bijvoorbeeld staakte of te laat op zijn werk kwam, dan had hij geen recht op loon.

Recht op loon

Alleen als de werknemer de arbeid niet kon verrichten door een oorzaak waarvoor de werkgever verantwoordelijk was, dan kon hij toch recht op loon hebben (artikel 7:628 lid 1 BW). Indien een werkgever betwistte dat het om een oorzaak ging die voor zijn rekening moest komen, was het aan de werknemer om te bewijzen dat dit inderdaad het geval was.

Geen arbeid verricht

Hoe anders is dat sinds 1 januari van dit jaar. Artikel 7:627 BW is komen te vervallen en artikel 7:628 lid 1 BW gewijzigd. In de nieuwe situatie heeft een werknemer recht op loon, ook als de werknemer de arbeid geheel of gedeeltelijk niet heeft verricht, tenzij het niet verrichten van de arbeid voor rekening van de werknemer moet komen. Anders gezegd: een werkgever moet ook loon betalen als de werknemer geen arbeid verricht.

Bewijslast bij werkgever

In deze nieuwe situatie is de bewijslast bij de werkgever komen te liggen in plaats van bij de werknemer. De werkgever moet dus kunnen aantonen dat de werknemer niet bereid is de arbeid te verrichten en het niet (kunnen) verrichten van de arbeid voor rekening van de werknemer moet komen. Voor de duidelijkheid: een werknemer die niet heeft kunnen werken, omdat hij staakte of te laat op zijn werk kwam, heeft dus nog altijd geen recht op loon.

Doorbetalen bij schorsing?

Bij een schorsing van een werknemer door een werkgever is het nog maar de vraag of de werkgever het loon van de medewerker moet doorbetalen. De Hoge Raad bepaalde in 2003 weliswaar dat een schorsing voor rekening van de werkgever komt, maar de wetgever heeft in de wetsgeschiedenis afstand genomen van deze rechtspraak. Het nieuwe artikel 7:628 lid 1 BW lijkt dusdanig van aard dat een advocaat mogelijk wél met succes kan pleiten dat een werknemer die als gevolg van onaanvaardbaar gedrag is geschorst (voorafgaand aan een ontslag op staande voet), geen recht op loon heeft tijdens zijn schorsing.

Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073-6154311.