Huur van bedrijfsruimte

Persoonlijk contact met een ervaren advocaat Goedkope hulp/veel gratis! De beste juridische bijstand Begeleiding van A tot Z

Huurrecht bedrijfsruimte

De bijzondere regels met betrekking tot de huur van bedrijfsruimte en het huurrecht bedrijfsruimte zijn vastgelegd in Afdeling 6 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Het betreft hier een twintigtal wetsartikelen. Deze artikelen zijn van semi-dwingend recht en specifiek van toepassing op de huur van bedrijfsruimte. Indien de huurovereenkomst wordt aangegaan voor twee jaar of langer, dan kan niet ten nadele van de huurder van de wet worden afgeweken! Om volledige aanspraak te kunnen maken op uw rechten en plichten uit hoofde van de huurovereenkomst van 290-bedrijfsruimte is het van belang dat deze voldoet aan alle wettelijke vereisten. Voor hulp bij deze juridische kwesties, kunt u terecht bij een advocaat huurrecht bedrijfsruimte.

Wat valt er onder huurrecht van bedrijfsruimte? 

De betekenis van bedrijfsruimte is opgenomen in artikel 7:290, tweede lid BW. Er kan hierbij verschil gemaakt worden in drie categorieën:

  1. een gebouw, dat bestemd is voor detailhandel, een restaurant, een café, een afhaal- of besteldienst of een ambachtsbedrijf; voorwaarde hierbij is dat er een voor het publiek toegankelijk lokaal moet zijn voor de levering van zaken of diensten;
  2. een gebouw, dat bestemd is voor een hotelbedrijf;
  3. een gebouw, dat bestemd is voor een kampeerbedrijf.

Het is niet mogelijk om een volledige opsomming te geven van alle bedrijven, die als huur van bedrijfsruimte (290) aangemerkt moeten worden. De meest voorkomende zijn: benzinestations, sportscholen, (kleding)winkels, supermarkten, autogarages, lunchrooms en bars. Bij huurrecht bedrijfsruimte, spreken we van huurrecht winkelruimte en huurrecht kantoorruimte. Heeft u juridische vragen over het huren of verhuren van bedrijfsruimte? Neem dan een advocaat huurrecht bedrijfsruimte in de arm.

Huurrecht bedrijfsruimte: huurrecht winkelruimte en kantoorruimte

Huurrecht voor bedrijfsruimte gaat natuurlijk over huurrecht winkelruimte en huurrecht kantoorruimte. Hier gelden dan over het algemeen ook dezelfde regels, bijvoorbeeld op het gebied van huurprijs. De huurder en verhuurder zijn vrij om een huurprijs overeen te komen. In tegenstelling tot de huur van woonruimte, is er geen instantie waar de huurder de huurprijs kan laten toetsen. Wel kunnen partijen een huurprijs in bepaalde gevallen laten vaststellen door de kantonrechter (art. 7:303 BW). De huurprijs kan worden verhoogd, indien hiervoor een uitdrukkelijk beding is opgenomen in de huurovereenkomst (bijv. indexering).

Interesse in één van onze gespecialiseerde advocaten?

Neem contact met ons op

Duur en einde van de huurovereenkomst bedrijfsruimte

In de wet wordt verschil gemaakt tussen vier categorieën voor huur van bedrijfsruimte:

  1. De huurovereenkomst van maximaal 2 jaar:

Deze huurovereenkomst eindigt automatisch en zonder opzegging. Als partijen de huurovereenkomst stilzwijgend voortzetten, dan wordt deze huurovereenkomst automatisch een huurovereenkomst van vijf jaar (art. 7:301, tweede lid BW).

  1. De huurovereenkomst van 2 tot 5 jaar:

Voor een huurovereenkomst met deze duur moet één van de partijen uitdrukkelijk toestemming vragen van de kantonrechter (art. 7:291, derde lid BW). Als deze toestemming niet wordt verleend, dan geldt de huurovereenkomst voor vijf jaar. Deze huurovereenkomst komt in de praktijk weinig voor.

  1. De huurovereenkomst van 5 tot 10 jaar:

Dit is de standaardlengte voor een huurovereenkomst 290-bedrijfsruimte en komt in de praktijk het meest voor. De huurovereenkomst moet per deurwaardersexploot of aangetekend schrijven worden opgezegd. De opzegging moet ten minste één jaar voor het einde van de huurovereenkomst plaats vinden.

In de opzegging moeten één of meerdere opzeggingsgronden worden vermeld. Dit op straffe van nietigheid (art. 7:294 BW). Indien de huurder niet instemt met de opzegging of niet reageert, dan dient de verhuurder toestemming vragen aan de kantonrechter. De kantonrechter kan de opzegging alleen toewijzen als er sprake is van slecht huurderschap of dringend eigen gebruik (art. 7:296 BW).

  1. De huurovereenkomst van 10 jaar of langer

Deze huurovereenkomst ontstaat in de praktijk meestal door verlenging van een huurovereenkomst uit categorie 3. Voor de opzegging gelden dan ook dezelfde regels. De opzegging kan echter ook plaatsvinden op een tweetal andere gronden, namelijk de verwezenlijking van een bestemmingsplan en de weigering van de huurder om in te stemmen met een redelijk aanbod voor een nieuwe huurovereenkomst.

Advocaat huurrecht nodig met betrekking tot uw bedrijfsruimte? 

Heeft u vragen over het huurrecht van uw bedrijfsruimte, huurrecht kantoorruimte of huurrecht winkelruimte? Of heeft u een advocaat huurrecht bedrijfsruimte nodig? Neem voor een vrijblijvend advies over huurrecht direct contact op met 073 – 615 43 11 of mail naar info@rechtnet.nl.

Ontvang vrijblijvend meer informatie

    Persoonlijk contact met een ervaren advocaat Goedkope hulp/veel gratis! De beste juridische bijstand Begeleiding van A tot Z