Huurrecht woonruimte
Wanneer u woonruimte huurt of verhuurt, krijgt u automatisch te maken met huurrecht woonruimte. De bijzondere regels met betrekking tot de huur van woonruimte zijn vastgelegd in Afdeling 5 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Het betreft hier een vijftigtal wetsartikelen. Deze artikelen zijn specifiek van toepassing op de huur van woonruimte. Om volledige aanspraak te kunnen maken op uw rechten en plichten uit hoofde van de huurovereenkomst van woonruimte is het van belang dat deze voldoet aan alle wettelijke vereisten.
Wat valt onder huur van woonruimte?
Onder woonruimte vallen in beginsel alle gebouwde onroerende zaken, voor zover deze als zelfstandige, dan wel niet-zelfstandige woning zijn verhuurd. Hierbij moet dan met name gedacht worden aan huizen. Ook woonwagens en standplaatsen vallen onder het begrip ‘woonruimte’. In het huidige huurrecht woonruimte bestaat echter nog altijd twijfel met betrekking tot stacaravans, chalets, portacabins en (ligplaatsen) van woonboten.
Onderhuur: hoe is dat geregeld in het huurrecht woonruimte?
In beginsel is de huurder van een woonruimte niet bevoegd om de gehuurde woonruimte in zijn geheel of gedeeltelijk aan een ander in gebruik te geven (onderhuur). Op het moment dat de huurder zijn hoofdverblijf in een zelfstandige woonruimte heeft, mag hij wel een gedeelte van deze woonruimte aan een ander in gebruik geven. Onder bepaalde voorwaarden en in overleg met de verhuurder is het mogelijk om van bovengenoemde afspraken af te wijken. Handelen in strijd met het verbod op onderverhuur kan in sommige gevallen leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst van woonruimte.
Huurprijs
De huurder en de verhuurder zijn vrij om een huurprijs overeen te komen. De huurder kan de redelijkheid van deze huurprijs binnen zes maanden na het aangaan van de huurovereenkomst laten toetsen door de Huurcommissie. De huurprijs kan worden verhoogd indien hiervoor een uitdrukkelijk bepaling voor is opgenomen in de huurovereenkomst (vb. indexering) Daarnaast kan de verhuurder een voorstel tot huurprijsverhoging doen bij de huurder.
Beëindiging huurovereenkomst huur van woonruimte
Bij het einde van een huur van woonruimte moet een belangrijk onderscheid gemaakt worden tussen een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd en een huurovereenkomst voor bepaalde tijd. De huurovereenkomst voor bepaalde tijd kan door zowel de huurder als de verhuurder worden opgezegd tegen een voor de betaling van de huurprijs overeengekomen dag, niet vallend voor het verstrijken van de bepaalde tijd. De huurovereenkomst voor bepaalde tijd is dus niet tussentijds opzegbaar.
De huurovereenkomst voor onbepaalde tijd kan door elk van de partijen worden opgezegd tegen een voor de betaling van de huurprijs overeengekomen dag. Bij de opzegging dient de huurder een opzegtermijn van minimaal één maand in acht te nemen. De verhuurder dient een opzegtermijn van minimaal drie maanden te hanteren. Daarnaast dient de verhuurder bij de opzegging de gronden vermelden die tot de opzegging hebben geleid, bij gebreke waarvan de opzegging nietig is.
Rechten van huurder bij particuliere huurwoning in de vrije sector
Een particuliere huurwoning wordt verhuurd zonder betrokkenheid van een woningcorporatie, de woning wordt dus verhuurd door een particuliere verhuurder. Particuliere huurwoningen vallen altijd in de vrije sector (ook wel geliberaliseerde huur genoemd). De rechten van een huurder bij een particuliere huurwoning kunnen verschillen van de sociale huursector. Zo heeft de huurder geen recht op huursubsidie en gelden er andere regels omtrent huurverhogingen. Onder de rechten voor huurders van particuliere huurwoningen in de vrije sector vallen wel het recht op huurbescherming en het recht op woonplezier. Een verhuurder kan niet zomaar de huur stopzetten. Bij tijdelijke huurcontracten is er sprake van minder huurbescherming, maar ook in deze gevallen dient de verhuurder wel minimaal 1 maand en maximaal 3 maanden voor het einde van de afgesproken huurtermijn te laten weten dat de huur na de afgesproken termijn stopt.
De rechten voor huurders in de vrije sector zijn dus beperkt ten opzichte van de sociale huursector, maar een huurder heeft wel degelijk bepaalde rechten. Er is bijvoorbeeld geen maximale huurgrens, maar er zijn wel grenzen voor de maximale huurverhoging. Vanaf 1 januari 2024 is de maximale huurverhoging 5,5%. Deze moet dan wel besproken zijn met de huurder.
Advocaat voor huurwoning nodig?
Zijn er huurgeschillen bij de woonruimte die u huurt of verhuurt en wilt u dit graag oplossen? RechtNet Advocaten is gespecialiseerd in huurrecht op het gebied van woonruimte. Neem voor een vrijblijvend advies over huurrecht direct contact op met 073 – 615 43 11 of mail naar info@rechtnet.nl.