Een advocatenkantoor dat juridische bijstand heeft verleend aan een installatiebedrijf, dat enkele weken later faillissement aanvraagt, hoeft haar honorarium niet terug te betalen. De curator, die terugbetaling van het geld vorderde. werd zowel door de kantonrechter als het gerechtshof in het ongelijk gesteld.
Bekijk hier onze rechtsgebieden
De feiten op een rijtje: een installatiebedrijf verkeert financieel in zwaar weer en de verkoop van het bedrijf mislukt. Bovendien is één van de bestuurders van het bedrijf ernstig ziek. Het bedrijf schakelt een advocatenkantoor in voor juridische bijstand.
Eigen faillissementsaanvraag
Een advocaat van dit kantoor onderzoekt de verschillende scenario’s voor het bedrijf en adviseert uiteindelijk dat een eigen faillissementsaanvraag de beste optie is. Het advocatenkantoor handelt deze aanvraag vervolgens ook zelf af en de rechtbank spreekt niet veel later het faillissement van het bedrijf uit. Een week van tevoren stuurt het advocatenkantoor nog twee facturen van in totaal 6.400 euro en deze worden direct betaald. Ook een derde factuur van ruim 1.800 euro, die na het faillissement wordt gestuurd aan een voormalige bestuurder, wordt betaald vanuit een gelieerde vennootschap van deze persoon.
Betalingen paulianeus
De curator is niet blij met de gang van zaken en vindt de betalingen aan het advocatenkantoor paulianeus. Volgens hem had het bedrijf de declaraties van het advocatenkantoor met het faillissement in zicht, nooit mogen betalen. Om die reden kaart de curator de zaak aan bij de kantonrechter, met de eis dat het advocatenkantoor het volledige bedrag van de declaraties terugbetaalt. De kantonrechter wijst deze vordering af, waarna de curator naar het gerechtshof Noord-Nederland stapt. Maar ook die wijst de vordering van de curator af.
Bekijk hier onze incasso diensten
Beloning voor werkzaamheden
Volgens het hof ligt een betalingsafspraak tussen de twee partijen in dit geval alleszins voor de hand. Daarnaast stelt het hof dat de curator de afspraak tussen beide partijen onvoldoende heeft betwist. Ook belangrijk is dat de betalingsafspraak tussen beide partijen geen onverplicht karakter heeft. De gedane betalingen aan het advocatenkantoor waren een beloning voor de werkzaamheden die de advocaten hebben verricht in hun poging om het bedrijf alsnog van de ondergang te redden. Ook geeft het hof aan dat het niet om buitensporige betalingen gaat.
Toegang tot rechtsbijstand
Net als het advocatenkantoor vindt het hof dat de curator in deze zaak een ‘te eng begrip’ hanteert in relatie tot wat moet worden verstaan onder ‘faillissements-gerelateerd’. Ook benadrukt het hof dat een maatschappelijk ongewenste situatie kan ontstaan dat een partij niet in aanmerking kan komen voor rechtsbijstand bij een mogelijk faillissement, omdat de aangezochte advocaat het risico loopt of denkt te lopen onbetaald te blijven. Hierdoor kan de toegang tot behoorlijke rechtsbijstand worden geblokkeerd, terwijl die op dat moment juist dringend nodig is.
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073 – 615 43 11.
Vragen? Neem contact met ons op