Wielrenster beboet voor veroorzaken verkeersongeval

Een wielrenster die geen voorrang verleende toen zij wilde afslaan en daardoor in botsing kwam met een motorrijdster die achter haar reed, is door de rechtbank veroordeeld tot betaling van een boete van 500,- euro.

Bekijk hier onze rechtsgebieden

De vrouw wilde linksaf slaan. Zij verminderde daarom vaart en stak haar hand uit. Daarbij maakte zij een inschattingsfout, waardoor zij in botsing is gekomen met de motorrijdster die dicht achter haar reed. De motorrijdster heeft hierbij haar onderarm gebroken en een gecompliceerde wond aan haar knie opgelopen.

Al bezig met inhalen

De advocate van de wielrenster vindt dat zij geen schuld heeft aan het ongeval, omdat ze juist zorgvuldig en voorzichtig heeft gehandeld door om te kijken, af te remmen, haar hand uit te steken en vervolgens af te slaan. Uit het remspoor van de motorrijdster blijkt echter dat zij al bezig was met het inhalen van de wielrenster op het moment dat zij met elkaar in botsing kwamen. Daardoor kan het volgens de rechtbank niet anders zijn dan dat de motorrijdster zich al dicht achter de wielrenster bevond toen die afsloeg.

Geen voorrang verlenen

Want als de motorrijdster op ruimere afstand van de wielrenster had gereden, dan had deze makkelijk kunnen afslaan voordat zij geraakt werd door de motorrijdster. De wielrenster heeft, door geen voorrang te verlenen aan een zich dicht links achter haar bevindende motorrijdster, een verkeersovertreding gemaakt. Bestuurders die afslaan moeten recht doorgaand verkeer op dezelfde weg immers voor laten gaan.

Bekijk hier onze incasso diensten

Zwaar lichamelijk letsel

De vraag is of het handelen van verdachte overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 oplevert? De tekst van dit artikel luidt als volgt:

‘Het is een ieder die aan het verkeer deelneemt verboden zich zodanig te gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval plaatsvindt waardoor een ander wordt gedood of waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht of zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden ontstaat.’

Inschattingsfout

De rechtbank is van mening dat de wielrenster, zoals zij heeft verklaard, heeft omgekeken, vaart heeft geminderd en haar hand heeft uitgestoken voordat ze afsloeg. Ze heeft echter een inschattingsfout gemaakt door af te slaan terwijl dat, door de dicht achter haar rijdende motorrijdster, niet mogelijk was. Ze heeft de motorrijdster hierdoor geen voorrang verleent en daarmee een verkeersovertreding begaan. Voor schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 is echter meer nodig dan het enkel maken van een inschattingsfout. Er moet op zijn minst sprake zijn van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid. Daarvan is naar het oordeel van de rechtbank, gelet op de aard van deze ene verkeersfout, geen sprake. De rechtbank legt aan de wielrenster daarom een geldboete op van 500 euro. Dit is ook de straf die de officier van justitie eiste. De wielrenster wordt vrijgesproken van letsel door schuld.

Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073 – 615 43 11.

Vragen? Neem contact met ons op