Wanneer een rechtspersoon onrechtmatig handelt, kan in eerste instantie alleen die rechtspersoon aansprakelijk worden gesteld. Maar onder bijzondere omstandigheden kunnen ook bestuurders persoonlijk worden aangesproken op het onrechtmatig handelen van de vennootschap.
Als sprake is van frustratie van betaling en verhaal waardoor een schuldeiser wordt benadeeld, dient volgens vaste rechtspraak beoordeeld te worden of het handelen of nalaten als bestuurder ten opzichte van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden zodanig onzorgvuldig is dat hem daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
Vordering blijkt onverhaalbaar
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden behandelde onlangs een zaak over de ontvlechting van de samenwerking tussen twee partijen, die hierover al jarenlang met elkaar in de clinch liggen. De rechtbank Midden-Nederland wees in 2014 een schadevergoeding van 185.000 euro en een aantal vorderingen toe aan Partij A. Op grond van deze uitspraak maakte Partij B een bedrag van 235.270,07 euro over naar de derdenrekening van de advocaat van Partij A. Partij B laat het daar echter niet bij zitten en gaat in arrest bij het Hof. Daar wordt zij in het gelijk gesteld. Partij A wordt door het hof veroordeeld tot terugbetaling van het bedrag dat zij heeft ontvangen op grond van het eerdere vonnis, vermeerderd met de proceskosten. Na betekening van het arrest betaalt Partij A een bedrag van 19.719,14 euro aan Partij B. De rest van de vordering wordt niet betaald en blijkt onverhaalbaar.
Onverplichte betalingen
Het Hof is van mening dat Partij A in beginsel reeds rekening had moeten houden met de mogelijkheid dat het vonnis van de rechtbank in hoger beroep vernietigd zou kunnen worden. Zeker gezien de niet aflatende juridische strijd met Partij B hadden de bestuurders van Partij voorzichtig moeten handelen en het door hen ontvangen bedrag moeten reserveren. Het bedrag is bovendien besteed aan betalingen die niet noodzakelijk waren voor de gewone bedrijfsvoering van Partij A. Al deze feiten en omstandigheden zorgen ervoor dat de bestuurders van Partij A persoonlijk een ernstig verwijt gemaakt kan worden dat zij het van Partij B ontvangen bedrag hebben besteed aan onverplichte betalingen, met verwaarlozing van het belang van Partij B.
Onrechtmatig gehandeld
Het gerechtshof oordeelt dat de bestuurders van Partij A onrechtmatig hebben gehandeld en aansprakelijk voor de daardoor ontstane schade, in de eerste plaats het onbetaalde en onverhaalbare deel van de vordering van Partij B.
Kortom: partijen moeten er rekening mee houden dat een vonnis in hoger beroep kan worden vernietigd. Bijvoorbeeld door het eerder ontvangen geld te reserveren, tenzij dit bedrag noodzakelijkerwijs voor de bedrijfsvoering moet worden uitgegeven.
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073-6154311.