Minderjarige verdachte mag niet zonder advocaat worden verhoord

De Hoge Raad oordeelde onlangs dat een minderjarige verdachte niet mag worden verhoord zonder een advocaat. De minderjarige kan bovendien ook geen afstand doen van zijn recht op rechtsbijstand. In deze zaak legde de verdachte een bekentenis af, terwijl hij in hechtenis zat voor een ander strafbaar feit. Dat maakt voor de Hoge Raad echter geen verschil.

Bekijk hier onze rechtsgebieden

De minderjarige verdachte zit in hechtenis voor een straatroof. Hij herkent zichzelf echter als dader van een mishandeling, waarvan beelden worden uitgezonden op een regionale TV-zender. Hij vertelt hierover aan zijn voogd. Niet veel later neemt de politie contact op met een collega van deze voogd, die werkzaam is voor een jongerenorganisatie. Zij vertelt aan hen dat de verdachte zichzelf heeft herkend.

Recht op verhoorbijstand

Vervolgens gaat een rechercheur op bezoek in de gevangenis om de minderjarige verdachte te verhoren. De rechercheur geeft daarbij aan dat de verdachte recht heeft op verhoorbijstand ‘van een zelf te betalen advocaat’. De verdachte geeft vervolgens aan dat dit wat hem betreft niet nodig is, omdat er al een medewerker van het forensisch centrum aanwezig is. Dit is volgens hem voldoende. Tegenover de rechercheur bevestigt de jonge verdachte dat hij met opzet een man in het gezicht heeft geslagen. Ook herkent hij zichzelf op een foto. Het Gerechtshof Den Haag is van mening dat de gang van zaken geoorloofd is, omdat de minderjarige verdachte niet is aangehouden voor de zaak waarover hij een verklaring heeft afgelegd. ‘Het enkele feit, dat de verdachte vastzat voor een andere zaak en daarom op de plek is gehoord waar hij vast zat, doet daaraan niet af. Dat hij erop is gewezen dat hij – juist omdat hij niet is aangehouden – recht had op verhoorbijstand van een zelf te betalen advocaat, maakt dat niet anders,’ aldus het hof.

Bekijk hier onze incasso diensten

Onjuist oordeel Gerechtshof

De Hoge Raad denkt hier duidelijk anders over. ‘Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige verdachte voor het feit waarover hij tegenover de politie een verklaring heeft afgelegd niet was aangehouden, maar dat hem op dat moment vanwege een ander vergrijp zijn vrijheid was ontnomen. Op grond daarvan heeft het hof kennelijk geoordeeld dat de regels uit het Wetboek van Strafvordering en Wet op de rechtsbijstand niet van toepassing zijn. Dat oordeel is echter onjuist’, vindt de raad. Verder stelt de Hoge Raad ook dat de mededeling van de verbalisant, over de door de verdachte zelf te betalen advocaat, niet correct is. Wanneer op het verzoek van de officier van justitie een advocaat wordt aangewezen door het bestuur van de raad voor de rechtsbijstand, dan is deze bijstand volgens de Hoge Raad voor de verdachte kosteloos.
De zaak wordt vervolgens terugverwezen naar het Gerechtshof in Den Haag, dat de zaak opnieuw in behandeling dient te nemen.

Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073 – 615 43 11.

Vragen? Neem contact met ons op