Verzet instellen of hoger beroep?

Als verstek geen verstek blijkt te zijn

Het kiezen van het juiste rechtsmiddel is een van de belangrijkste taken van een advocaat. De verkeerde keus heeft namelijk desastreuze gevolgen. Doorgaans is de keus eenvoudig. Is er sprake van een verstekvonnis, dan ga je verzet instellen. Is er sprake van een vonnis op tegenspraak? Dan ga je in hoger beroep. Maar wat gebeurt er wanneer de rechter een fout maakt en in het vonnis ten onrechte vermeldt dat er sprake is van verstek? Dan dien je als advocaat goed op te letten. In een recente zaak bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch blijkt nogmaals hoe belangrijk dit is.

Casus

Wat speelde er in de zaak? Een kredietverstrekker vordert van een man en zijn ex-partner betaling van een geleend bedrag, te vermeerderen met 10% rente en de proceskosten. Alles bij elkaar een vordering van meer dan € 30.000,00. Dit gebeurt per dagvaarding van 26 april 2013.

Anderhalve maand voor de eerste rolzitting stuurt de man een brief aan de rechtbank. Hierin geeft hij aan dat hij de handtekening van zijn (ex-)vrouw vervalst heeft. Zij heeft geen weet van de leningsovereenkomst. Hij verklaart dat hij geen geld meer heeft vanwege gokschulden. Verder verblijft hij in het buitenland, zodoende zal hij niet naar Nederland komen.

De vrouw verschijnt niet in de procedure. In het eindvonnis wijst de rechter de vordering van de kredietverstrekker toe. Het vonnis vermeldt dat de man is verschenen in de procedure, maar dat aan de vrouw verstek is verleend. Dit laatste is zeer belangrijk.

Verzet instellen

De vrouw gaat in verzet tegen het vonnis. De rechter oordeelt dat het rechtsmiddel terecht is ingesteld, zodat de vrouw ontvankelijk is in haar verzet. De vrouw voert verweer en de vordering van de kredietverstrekker wordt alsnog afgewezen. De vrouw hoeft niets te betalen.

Hoger beroep

De kredietverstrekker gaat in hoger beroep tegen dit vonnis. De kredietverstrekker wijst erop dat de vrouw niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard. Zij had in hoger beroep en geen verzet moeten instellen en heeft daarmee het verkeerde rechtsmiddel gekozen, aldus de kredietverstrekker.

Het gerechtshof geeft de kredietverstrekker gelijk. De man was door middel van zijn brief verschenen in de procedure. Aangezien er één partij is verschenen, wordt de gehele procedure beschouwd als een procedure op tegenspraak. De vrouw had in hoger beroep moeten gaan en niet in verzet. Dat het vonnis van de eerste procedure vermeldde dat er sprake was van verstek, was onjuist. Dit komt echter voor risico van de vrouw.

Niet ontvankelijk

Het vonnis in de door de vrouw gewonnen procedure wordt vernietigd. Zij is alsnog niet-ontvankelijk. Het eerste vonnis, waarin zij is veroordeeld tot betaling, wordt bekrachtigd en blijft dus in stand. Het gerechtshof verbetert het vonnis wel: nu wordt vermeld dat het een vonnis op tegenspraak betreft.

Conclusie

Wanneer er sprake is van meerdere gedaagden en één gedaagde verschijnt in de procedure, dan bepaalt artikel 140 RV dat de gehele procedure als één op tegenspraak wordt gezien. Dan wordt er geen verstek verleend. In dat geval moet hoger beroep worden ingesteld en heeft verzet instellen geen zin. Ook in het geval de rechter abusievelijk vermeldt dat er sprake is van verstek.

Uit het voorgaande blijkt dat de keuze van het juiste rechtsmiddel zeer belangrijk is en dat advocaten scherp moeten blijven bij het maken van een keuze. Wenst u advies of meer informatie over verstek, verzet of hoger beroep? Neem dan contact op met een van onze procesadvocaten.

Meer weten over dit onderwerp? BEL: 073 – 615 43 11 of stuur een e-mail naar info@rechtnet.nl.