Een bedrijf spant een zaak aan tegen een oud-medewerkster die diverse negatieve berichten over de onderneming heeft verspreid op sociale media. Het bedrijf wil dat de berichten worden verwijderd en dat er een rectificatie wordt geplaatst. De rechter stelt het bedrijf in het gelijk.
Bekijk hier onze rechtsgebieden
In deze zaak stelt de werkgever dat de teksten van de oud-medewerkster op sociale media jegens de onderneming onwaar zijn en dat het bedrijf hierdoor schade lijdt. Na plaatsing van de berichten krijgt het bedrijf bijvoorbeeld voor het eerst slechte reviews op Google. Verder besluiten enkele medewerkers om naar aanleiding van de berichten te vertrekken en wil een belangrijke klant van het bedrijf geen zaken meer met hen doen.
Vrijheid van meningsuiting
De vrouw beweert dat zij deze berichten niet heeft geplaatst. Maar volgens de rechter is het aannemelijk dat de oud-medewerkster de berichten wel heeft geplaatst, omdat deze informatie bevatten die alleen de oud-medewerkster kan weten. Verder geeft de vrouw aan dat zij van mening is dat het bedrijf het over zichzelf heeft afgeroepen dat mensen negatieve berichten over het bedrijf verspreiden. De rechter oordeelt dat in deze zaak twee fundamentele rechten met elkaar botsen. Enerzijds het recht op vrijheid van meningsuiting zoals opgenomen in Grondwet en EVRM van de oud-werknemer, anderzijds het recht van de werkgever op de bescherming van eer en goede naam op grond van het EVRM. De vraag is welk recht in dit geval voorrang moet krijgen.
Bekijk hier onze incasso diensten
Geplaatste berichten onrechtmatig
Volgens de rechter is een deel van de geplaatste berichten op sociale media in deze zaak onrechtmatig. De vrouw beschuldigt in haar berichten het bedrijf onder andere van moderne slavernij en stelt dat de bestuurders zorgen voor een onveilige werksfeer. Maar voor deze berichten levert zij geen concrete bewijzen of feiten. Hierdoor is het plaatsen van zulke berichten onrechtmatig. Omdat de oud-medewerkster de teksten desondanks toch bewust zo heeft geplaatst, kan haar volgens de rechter worden toegerekend.
Bescherming goede naam
Het recht op vrijheid van meningsuiting van de oud-medewerkster weegt in deze zaak volgens de kantonrechter dus minder zwaar dan het recht van de onderneming op de bescherming van haar eer en goede naam. Conclusie: een oud-werknemer mag misstanden bij een bedrijf op sociale media benoemen. Zelfs als dit negatieve gevolgen heeft voor het bedrijf. Maar de misstanden moeten dan wel met concrete feiten onderbouwd kunnen worden. Indien onjuiste beschuldigingen online worden gezet, dan kan het bedrijf zich daar met succes tegen verzetten.
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073 – 615 43 11.
Vragen? Neem contact met ons op