Een man en vrouw die een relatie hebben en samenwonen stellen op een bepaald moment om fiscale redenen een ‘Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd’ op. De vrouw treedt op dat moment zogenaamd in dienst van het bedrijf van haar man in de functie van verkoopmedewerkster voor 37 uur per week. Enkele jaren later wordt de relatie verbroken en komen de man en vrouw tegenover elkaar te staan in de rechtbank.
Bekijk hier onze rechtsgebieden
De man start een zaak bij de kantonrechter waarin hij vraagt om te verklaren dat er geen sprake was van een echte arbeidsovereenkomst. De vrouw stelt dat er wel sprake is geweest van een arbeidsovereenkomst en wil loon en vergoedingen ontvangen.
Arbeidsovereenkomst op papier
De voormalige geliefden verschillen dus van mening over de vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. De ondernemer stelt dat er alleen op papier een arbeidsovereenkomst is overeengekomen om fiscale redenen, maar dat de vrouw niet daadwerkelijk voor het bedrijf heeft gewerkt. Hij wordt daarin gesteund door twee schriftelijke verklaringen van andere medewerkers van het bedrijf. Zij laten allebei weten de vrouw nooit aan het werk te hebben gezien in het bedrijf. Eén van hen schrijft ook, dat er geen concreet bewijs of resultaat is van de werkzaamheden van de vrouw.
Bekijk hier onze incasso diensten
Onvoldoende aanknopingspunten
Zijn ex-partner stelt dat zij wél werkzaamheden heeft verricht, maar kan hier nauwelijks concrete voorbeelden van geven. Zij noemt slechts in algemene zin dat ze ‘verkoop en styling’ deed, af en toe schoonmaakwerk heeft verricht en dat ze op websites keek naar acties van andere ondernemingen. De kantonrechter stelt dat als de vrouw daadwerkelijk voor 37 uur per week werkzaam is geweest als verkoopmedewerkster, het onwaarschijnlijk is dat zij dit heeft gedaan zonder dat andere medewerkers van de onderneming dit gemerkt hebben. Tegenover de onderbouwde stelling van de ondernemer dat er alleen op papier sprake is van een arbeidsovereenkomst kan de vrouw onvoldoende aanknopingspunten geven om te bewijzen dat zij wel echt heeft gewerkt als verkoopmedewerkster. De rechter verklaart dan ook dat er géén arbeidsovereenkomst was en er ook niets te ontbinden of te vergoeden is in deze zaak.
Rechter kijkt naar de feiten
Wat is de moraal van dit verhaal? Het is eenvoudig om ‘Arbeidsovereenkomst’ boven een afspraak te zetten, maar als dit in de praktijk niet waar is, dan houdt dit in de rechtbank geen stand. Een rechter kijkt in de eerste plaats naar de feiten en niet naar de vorm. De kaarten liggen anders als er wél serieus gewerkt is en de werkgever-werknemerrelatie wél feitelijk onderbouwd kan worden. Dan kan de arbeidsovereenkomst gewoon standhouden — ook na het stuklopen van een relatie.
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073 – 615 43 11.
Vragen? Neem contact met ons op