Een cryptobezitter geeft in eerste instantie onvoldoende informatie door aan de Belasttingdienst over de omvang van zijn (crypto)vermogen. Hij moet van de civiele kamer van de Rechtbank in Den Haag alsnog over de brug komen met de gevraagde informatie. Doet hij dat niet, dan hangt hem een dwangsom van 2.500 euro per dag boven het hoofd, met een maximum van 1 miljoen euro.
Bekijk hier onze rechtsgebieden
Het geschil tussen de Belastingdienst en de cryptobezitter kent een lange aanloop. In 2021 is bij de Belastingdienst bekend geworden dat de man een aantal buitenlandse bankrekeningen heeft. Daarna heeft de Belastingdienst uit door de man toegezonden stukken kunnen achterhalen dat hij één van deze rekeningen onder meer gebruikte voor cryptotransacties en dus ook over cryptovermogen beschikt.
Onjuiste belastingaangiftes
De man geeft toe dat hij in het verleden onjuiste verklaringen heeft afgelegd over dit vermogen en dat hij onjuiste belastingaangiftes heeft gedaan. Dat dit uit onhandigheid of onzorgvuldigheid is gebeurd, vindt de voorzieningenrechter niet geloofwaardig. Er is zelfs sprake van een patroon waarbij de man op verzoek van de Belastingdienst informatie verstrekt, daarbij doet alsof hij alle relevante informatie over zijn cryptovermogen heeft doorgegeven, om later toch toe te moeten geven dat eerder niet alle gegevens zijn verstrekt. Deze onduidelijkheid geldt ook voor de beantwoording van de door de Belastingdienst gestelde vragen in december 2024. Hierdoor heeft de Belastingdienst tot op heden geen goed overzicht van het cryptovermogen van de man tussen 2012 tot 2024. Zodoende kan controle van de door deze persoon ingediende belastingaangiften nog niet plaatsvinden.
Volledige informatieverstrekking
In de kern ligt de vraag bij de Rechtbank of de man gehouden moet worden aan volledige en onvoorwaardelijke informatieverstrekking over het verloop en de omvang van zijn (crypto)vermogen. De cryptobezitter meent dat de vorderingen niet toewijsbaar zijn, omdat hij in zijn ogen heeft voldaan aan zijn wettelijke informatieverplichting. De man heeft aangegeven dat hij in het verleden zijn vermogensposities in de aangiften inkomstenbelasting weliswaar niet volledig heeft opgegeven, omdat hij zijn cryptovermogen grofweg inschatte. Maar hij vindt wel dat hij inmiddels aan zijn informatieverplichting heeft voldaan. Daarbij heeft zich de moeilijkheid voorgedaan dat hij diep heeft moeten graven om bij informatie van exchanges en zijn wallets uit te komen. Want tot de jaren 2020 waren bij cryptobeurzen weinig stukken beschikbaar en dit bemoeilijkte beantwoording van de gestelde vragen.
Bekijk hier onze incasso diensten
Vorderingen toewijsbaar
De voorzieningenrechter vindt echter dat de vorderingen van de Belastingdienst tot volledige en onvoorwaardelijke informatieverstrekking toewijsbaar zijn. Hij veroordeelt de cryptobezitter daarom om alle bewijsstukken ter controle van de openstaande vragen te verstrekken aan de Belastingdienst en om een mondelinge toelichting te geven op deze vragen. Verleent de man hieraan geen medewerking, dan hangt hem een dwangsom van 2.500 euro per dag boven het hoofd, met een maximum van 1 miljoen euro.
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073 – 615 43 11.
Vragen? Neem contact met ons op