Gevangenisstraf reden voor ontbinding arbeidscontract op h-grond

Een afvaldienst stapt naar de rechter om de arbeidsovereenkomst met een chauffeur uit Polen te ontbinden. De man is in eigen land veroordeeld tot twee vrijheidsstraffen en moet deze in Nederland uitzitten. De rechtbank in Amsterdam oordeelt dat detentie een reden kan zijn voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de h-grond (andere gronden). 

Bekijk hier onze rechtsgebieden

Het bedrijf geeft bij de rechter aan dat de werknemer door zijn detentie langdurig afwezig zal zijn en dus zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren. Daarom kan niet worden verlangd van het bedrijf dat zij de arbeidsovereenkomst met de medewerker laat voortduren. De langdurige detentie kan volgens het bedrijf worden beschouwd als een omstandigheid van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten.

Strafbare feiten

De medewerker stelt dat hij zich jaren geleden in Polen heeft schuldig gemaakt aan strafbare feiten waarvoor in Nederland hoogstwaarschijnlijk een taakstraf zou zijn opgelegd. Verder heeft hij op aanraden van de rechter gratie aangevraagd, waarbij het kan zijn dat er binnen enkele maanden een positieve uitspraak zal zijn op het gratieverzoek.

H-grond

De rechter vindt dat detentie een reden kan zijn voor een ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de h-grond (andere gronden). In de Memorie van Toelichting wordt detentie van een werknemer specifiek als voorbeeld genoemd van één van de mogelijke ontbindingsmogelijkheden op de h-grond. Omdat de medewerker een langdurige gevangenisstraf moet uitzitten, is van die omstandigheid sprake. Toch hoeft detentie niet altijd tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst te leiden. Dit is per geval afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval. In deze zaak wordt de arbeidsovereenkomst toch ontbonden, omdat werknemer een lange tijd niet aan zijn verplichtingen uit zijn arbeidsovereenkomst kan voldoen.

Bekijk hier onze incasso diensten

Transitievergoeding

De werkgever vindt ook dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen en/of nalaten van de medewerker en dat hij daarom geen transitievergoeding hoeft te betalen. Daar oordeelt de kantonrechter anders over. Die vindt niet dat de medewerker ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, omdat de strafbare feiten niet zijn gebeurd tijdens het dienstverband met het bedrijf. Deze hebben al veel eerder plaatsgevonden. Verder is niet betwist dat in het Nederlandse rechtssysteem hoogstwaarschijnlijk geen gevangenisstraf, maar een taakstraf zou zijn opgelegd. Waarschijnlijk zou de werknemer in dat geval wel gewoon zijn werkzaamheden voor het bedrijf hebben kunnen uitvoeren. De rechter vindt dat de medewerker wél recht heeft op de wettelijke transitievergoeding.

 

Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073 – 615 43 11.

Vragen? Neem contact met ons op