Werkgever mag opgebouwde min-uren niet zomaar verrekenen

Een werkgever mag de tijdens Corona Crisis opgebouwde min-uren van een medewerker niet zomaar verrekenen met het vakantiegeld. Dat heeft de rechtbank Overijssel onlangs bepaald in een uitspraak. Het feit dat de werkgever zijn winkels moest sluiten en medewerkers daardoor niet konden werken, is volgens de kantonrechter een risico van de ondernemer. De medewerker behoudt in dit geval in beginsel haar recht op loon. 

Bekijk hier onze rechtsgebieden

In deze zaak draait het om een medewerker van een woonwinkel, die haar dienstverband per 31 oktober 2021 opzegt. Bij de uitdiensttreding verrekent de werkgever de door de Corona Crisis opgebouwde min-uren van de vrouw met haar vakantiegeld. Volgens het bedrijf zijn hierover afspraken gemaakt met alle werknemers. De medewerker in kwestie is het hier niet mee eens en stapt naar de kantonrechter.

Bekijk hier onze incasso diensten

Verrekening van de min-uren

Volgens de medewerker mocht de werkgever op grond van artikel 7:628 BW de min-uren niet verrekenen met het vakantiegeld. Hierin staat kort gezegd: ‘geen arbeid, wel loon, tenzij het niet werken voor rekening van de werknemer moet komen’. De medewerker geeft bovendien aan nooit te hebben ingestemd met verrekening van de min-uren.

Voorstel geaccepteerd door personeel

De werkgever stelt dat er wel een afspraak is gemaakt met het personeel over de verrekening en dus ook met de betreffende medewerker. Zij zou het voorstel, om de helft van de min-uren voor eigen rekening te nemen en de andere helft door de medewerkers weg te laten werken, ook hebben geaccepteerd. Indien zij het niet eens was met dit voorstel, dan had zij dit eerder moeten aangeven, is het standpunt van de werkgever. De kantonrechter stelt de medewerker in het gelijk. Hij geeft aan dat de werkgever op grond van artikel 7:628 lid 1 BW verplicht is om het loon door te betalen als de werknemer de overeengekomen arbeid geheel of gedeeltelijk niet heeft verricht, tenzij dat geheel of gedeeltelijk niet verrichten van de arbeid in redelijkheid voor rekening van de medewerker dient te komen.

Niet akkoord

Volgens de rechtbank houdt de stelling van de werkgever, dat de medewerker akkoord is gegaan met de verrekening van de min-uren, geen stand. De kantonrechter stelt dat de werkgever er niet zonder meer vanuit had mogen gaan dat de medewerker (stilzwijgend) akkoord zou zijn met het voorstel. De werkgever kan dit ook op geen enkele manier aantonen. De vordering van de medewerker wordt daarom ook toegewezen.

 

Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073 – 615 43 11.

Vragen? Neem contact met ons op