Het komt regelmatig voor dat werkgevers of werknemers een gerechtelijke procedure starten over een concurrentie- of relatiebeding. Maar een procedure over een schending van een geheimhoudingsbeding komt een stuk minder vaak voor. Mede ook omdat zo’n schending vaak moeilijk te bewijzen is. Een enkele keer lukt dat echter wel, zoals in een zaak tussen een voormalig universitair docent en de Universiteit Twente (UT), die onlangs diende bij de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel.
Bekijk hier onze rechtsgebieden
Wat speelde er in deze zaak? Een universitair docent is al ruim achttien jaar werkzaam bij de UT. Na een conflict sluiten de docent en de universiteit in maart 2023 een vaststellingsovereenkomst met een streng geheimhoudingsbeding.
Voorafgaand aan de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst speelde tussen partijen een klachtenprocedure bij de Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) van de Universiteit Twente) en vervolgens bij het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI). Die organisatie heeft het bestuur van de UT geadviseerd de klacht tegen de docent ongegrond te verklaren.
Goede naam schaden
In het geheimhoudingsbeding van de vaststellingsovereenkomst wordt afgesproken dat geen van beide partijen iets mag zeggen over de aanleiding of achtergrond van het geschil, of iets dat de goede naam van de ander kan schaden. Bij overtreding geldt een boete van 5.000 euro per keer, plus 1.000 euro per dag dat de schending voortduurt. In maart 2025 geeft de rector magnificus van de UT een radio-interview bij VPRO Argos. Daarin doet hij toch uitspraken over het conflict met de docent. De docent hoort de uitzending en stuurt daarop een bericht naar de universiteit waarin hij nakoming van het beding en betaling van de boetes eist. Ook vraagt hij de universiteit om ervoor te zorgen dat de opname, die op de website van Argos terug te luisteren is, verwijderd wordt. Pas als dit gebeurd is, kan volgens hem bepaald worden hoe lang de inbreuk heeft geduurd.
Bekijk hier onze incasso diensten
Kort geding
De docent spant vervolgens een kort geding aan. Daarin vordert hij directe nakoming van het geheimhoudingsbeding met betaling van een dwangsom én de inmiddels verbeurde boetes, aangevuld met de dwangsommen tot het moment waarop de radio-uitzending niet langer publiekelijk toegankelijk is. De UT stelt in een reactie dat er volgens haar geen sprake is van een schending van het geheimhoudingsbeding, maar dat zij bereid is om de VPRO te verzoeken het geluidsfragment van het interview (dat inmiddels op andere media is doorgeplaatst) te verwijderen. Dat doet de universiteit zes dagen later ook, maar de VPRO weigert hier gehoor aan te geven. De kantonrechter oordeelt dat de rector magnificus met zijn uitlatingen in het radioprogramma inderdaad het geheimhoudingsbeding heeft geschonden, maar hij ziet het hele interview als één overtreding per artikel en niet als tien losse overtredingen. Ook heeft de universiteit na zes dagen een verzoek ingediend bij de VPRO om het fragment te verwijderen. Hierdoor komt het boetebedrag uiteindelijk uit op zo’n 22.000 euro. Geheimhoudingsbedingen leiden zelden tot zulke forse boeteveroordelingen, maar uit dit vonnis blijkt dat ze wel degelijk grote gevolgen kunnen hebben als een schending van het beding concreet kan worden aangetoond. Tegelijk laat het zien dat rechters boetes in sommige gevallen kunnen beperken als de overtredende partij actief stappen zet om de schending te beëindigen.
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073 – 615 43 11.
Vragen? Neem contact met ons op