Dwangsom kan dienen als steunvordering bij faillissementsverzoek

Voor een faillissementsverklaring zijn altijd minimaal twee vorderingen nodig: een eigen vordering en een steunvordering. Bovendien moet één van de vorderingen opeisbaar zijn. Maar kan een dwangsom, die is verbeurd door een overheid, ook dienen als vordering? De Hoge Raad oordeelde onlangs dat dit mogelijk is.

Bekijk hier onze rechtsgebieden

De feiten op een rijtje: een Belgisch bedrijf heeft een vordering op een Nederlandse bedrijf, dat meerdere schulden onbetaald laat en is opgehouden te betalen. Het Belgische bedrijf dient daarom een verzoek in bij de rechtbank om het Nederlandse bedrijf failliet te laten verklaren. De rechtbank verklaart het Nederlandse bedrijf vervolgens failliet. Volgens de rechters is voldaan aan de eisen die de Faillissementswet aan een faillissement stelt. 

Vordering

Eén van de vorderingen die het Belgische bedrijf gebruikt bij de aanvraag van het faillissement is een dwangsom van de Vlaamse overheid. Volgens het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering mogen dwangsommen, die vóór de faillietverklaring zijn verbeurd, niet in het passief van het faillissement worden toegelaten. Een faillissementsaanvraag kan daarom niet alleen worden gebaseerd op een vordering die betrekking heeft op dwangsommen. Dat is in deze zaak ook niet aan de orde, want ook het Belgische bedrijf zelf heeft een vordering op het Nederlandse. In de wet staat niet dat een dwangsom als steunvordering niet is toegestaan.

Bekijk hier onze incasso diensten

Hoge Raad

Het Nederlandse bedrijf, dat failliet is verklaard, is het hier niet mee eens en stapt naar de Hoge Raad. Het bedrijf is van mening dat de verbeurde dwangsommen niet mogen worden gebruikt als steunvordering. In een zaak uit 2014 heeft de Hoge Raad immers besloten dat dwangsommen niet ter verificatie in een faillissement kunnen worden ingediend. Een dwangsomvordering zou volgens het bedrijf daarom niet als steunvordering kunnen dienen. De Hoge Raad oordeelt echter dat dit niet juist is. Het failliete bedrijf verwacht dat de Hoge Raad met de uitspraak uit 2014 is teruggekomen van een eerdere uitspraak uit 1996. Maar die uitspraak geldt volgens de Hoge Raad nog altijd. Volgens het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is het nog altijd toegestaan dat een verbeurde dwangsom van een derde bij een faillietverklaring door de aanvrager wordt gebruikt als steunvordering. Kortom, de rechter in eerste aanleg beschouwde de dwangsom terecht als steunvordering en mocht daardoor het Nederlandse bedrijf failliet verklaren.

Het Gerechtshof stelt dan ook vast dat aan alle eisen was voldaan toen de rechtbank de faillietverklaring van het Nederlandse bedrijf uitsprak.

Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073 – 615 43 11.

Vragen? Neem contact met ons op