Moet bij het vaststellen van de dagwaarde van een vakantiedag wel of geen rekening worden gehouden met de overuren die een werknemer maakt? Dat is de kern van een geschil tussen een chauffeur en zijn voormalige werkgever. De rechter oordeelt in deze zaak dat bij de uitbetaling van vakantiedagen rekening moet worden gehouden met de overwerkvergoeding, omdat het overwerk als structureel mag worden beschouwd.
Bekijk hier onze rechtsgebieden
In deze zaak gaat het om een chauffeur van een koel/vrieswagen die voor zijn werkgever regelmatig op en neer naar Italië rijdt. Op een bepaald moment verkoopt de werkgever zes trucks en trailers aan een ander bedrijf, die daarmee de exportactiviteiten naar Italië gaat voortzetten. De chauffeur sluit daarbij een arbeidsovereenkomst met dat andere bedrijf.
Enkele maanden later eindigt deze arbeidsovereenkomst echter al. Vlak daarvoor wordt een cao-akkoord bereikt tussen partijen voor het beroepsgoederenvervoer over de weg over de waarde van een vakantiedag. Werknemers kunnen daarbij in 2019 een eenmalige uitkering van 750 euro krijgen door afstand te doen van hun rechten over de jaren 2014-2018. De werknemer neemt hier echter geen genoegen mee en vordert betaling van ongeveer 6.000 euro aan achterstallig loon.
Nabetaling achterstallig loon
Mede op basis van jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en het doel van de Arbeidstijdenrichtlijn veroordeelt de kantonrechter de werkgever tot nabetaling van het achterstallig loon over de periode dat werknemer in dienst is geweest van de onderneming, die door werknemer en de kantonrechter (op grond van overgang van onderneming) als de rechtsvoorgangster van werkgever is beschouwd.
De kantonrechter stelde dat de werknemer structureel recht had op (overwerk)toeslagen en vergoedingen. Door het opnemen van vakantie mocht de werknemer niet in een financieel nadeligere positie komen dan wanneer hij had gewerkt. De werkgever is het hier niet mee eens en tekent beroep aan tegen deze uitspraak. Hij stelt dat de werknemer het overwerk mocht weigeren en dat het verrichten van overwerk niet noodzakelijk was.
Bekijk hier onze incasso diensten
Voorzienbaar en gebruikelijk
De chauffeur en het bedrijf verschillen dus van mening over de noodzaak of verplichting van het overwerk. Maar het hof komt tot de conclusie dat de werknemer verplicht was om ritten naar Italië (vice versa) te voltooien, zonder dat hij onderweg het recht had om deze tussentijds te beëindigen. De werkgever kan geen bewijs overleggen dat dit anders is.
Dat het overwerk voorzienbaar en gebruikelijk was, blijkt volgens het gerechtshof uit het feit dat in nagenoeg elke maand substantieel werd overgewerkt, zij het dat de omvang van de overuren soms fluctueerde. En de overwerkvergoeding vormde met jaarlijks gemiddeld 10 tot 20 procent een belangrijk deel van de totale beloning. Daarom moet volgens het gerechtshof in dit geval bij de vergoeding van een vakantiedag ook rekening worden gehouden met de overwerkvergoeding.
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073 – 615 43 11.
Vragen? Neem contact met ons op