Tijdig schriftelijk aanzeggen van arbeidsovereenkomst voorkomt problemen

Bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zijn werkgevers verplicht om uiterlijk 1 maand voordat de arbeidsovereenkomst afloopt de medewerker schriftelijk te informeren of deze wordt voortgezet of niet. Dit heet de aanzegverplichting.

Wanneer een werkgever niet (tijdig) aan deze aanzegverplichting voldoet, dan heeft de werknemer recht op een aanzegvergoeding van maximaal één maandsalaris.
De aanzegverplichting dient in principe schriftelijk te gebeuren, maar in de praktijk is er discussie over de vraag of een aanzegging ook mondeling kan. De rechtbank Midden-Nederland deed hier onlangs een uitspraak over.

Schriftelijke aanzegging

In deze zaak ging het om een werknemer die op 1 september 2018 in dienst trad bij een bedrijf als chauffeur. Hij kreeg een arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar, dus tot 1 september 2019. De werkgever had daarom uiterlijk op 1 augustus 2019 een schriftelijke aanzegging moeten doen, maar heeft dit niet gedaan. Op 7 augustus wordt een gesprek gehouden tussen werkgever en werknemer. Hierin krijgt de werknemer te horen dat zijn tijdelijke arbeidsovereenkomst na 1 september niet wordt verlengd.

Aanzegvergoeding

Enkele dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst stuurt de werknemer een brief naar de werkgever waarin hij aangeeft dat hij aanspraak wil maken op de aanzegvergoeding van één maandsalaris omdat niet aan de schriftelijke aanzegplicht is voldaan. Hij start hiervoor een gerechtelijke procedure.

Tijdelijke arbeidsovereenkomst wordt niet verlengd

De werkgever laat daarop weten dat hij in het gesprek van 7 augustus mondeling heeft aangezegd dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd. Omdat dit zeven dagen te laat is gebeurd, betaalt de werkgever hiervoor een kleine vergoeding aan de werknemer. Als de werknemer op 23 september zijn bedrijfs spullen gaat inleveren, ontvangt hij een brief waarin staat dat de tijdelijke arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd. Op die brief staat een datum van 8 augustus 2019.

Meer zekerheid bieden

De kantonrechter oordeelt dat de werkgever gelijk heeft dat het doel van de aanzegverplichting is de werknemer meer zekerheid te bieden en hem tijdig in de gelegenheid te stellen om een andere baan te zoeken. Aan dat doel is tijdens het gesprek van 7 augustus 2019 op zich voldaan. Maar deze mededeling had volgens de wet schriftelijk moeten worden gedaan. Dat is in deze zaak niet tijdig gebeurd. Dat de werknemer toch aanspraak wil maken op het restant van de aanzegvergoeding is daarom volgens de kantonrechter niet onaanvaardbaar.

Redelijkheid en billijkheid

Houdt een mondelinge aanzegging dan nooit stand? Die conclusie is voorbarig. Want er zijn uitspraken bekend waarin de rechter overweegt dat een werknemer tijdig wist dat de arbeidsovereenkomst niet verlengd zou worden en het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat hij zich beroept op het feit dat de aanzegging niet schriftelijk is gebeurd. Maar om problemen achteraf te voorkomen verdient een tijdige schriftelijke aanzegging van de arbeidsovereenkomst de voorkeur.

Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met de arbeidsrecht advocaten van RechtNet via info@rechtnet.nl of bel naar 073-6154311.