In mei 2016 plaatste ik een bericht over de bijdrage in de verhuiskosten bij een renovatie (art. 7:220, vijfde lid BW). De Hoge Raad bepaalde namelijk op 22 april 2016 dat een verhuurder verplicht is een vergoeding aan de huurder te betalen bij een gedwongen verhuizing door renovatie. Sinds 1 maart 2018 bedraagt de minimumvergoeding € 5.993,-. Het betreft hier dwingend recht.
Lagere rechtspraak
Het voorgaande hield tot voor kort in dat de verhuurder en de huurder niets anders kunnen bepalen. Zelfs indien de verhuurder een vervangende woning ter beschikking stelde, diende er een vergoeding te worden betaald. Recentelijk is er echter een afwijkende tendens waar te nemen in de lagere rechtspraak. Zowel in Utrecht als in Rotterdam vinden de kantonrechters het arrest van de Hoge Raad in bijzondere gevallen te ver gaan.
Kantonrechter in Amersfoort
Zo heeft de kantonrechter in Amersfoort de vergoeding vastgesteld op een lager bedrag van € 1.500,00. De verhuurder heeft in dit bijzondere geval een volledig ingerichte logeerwoning ter beschikking gesteld. Bij wijze van spreken hoefde de huurder alleen zijn toilettas mee te nemen naar deze wisselwoning. De kantonrechter oordeelt wel dat er altijd een vergoeding verschuldigd is, maar is van mening dat de redelijkheid en billijkheid eisen dat de vergoeding naar beneden wordt bijgesteld.
Kantonrechter in Rotterdam
In Rotterdam is de kantonrechter kort geleden nog verder gegaan. Hij was van mening dat er helemaal geen vergoeding verschuldigd was. In dit geval mochten de huurders tevens in een volledig ingerichte logeerwoning verblijven tijdens de renovatie. Alle spullen mochten in de eigen woning achterblijven. De kantonrechter oordeelde daardoor dat er geen sprake meer was van een noodzakelijke verhuizing waarvoor een vergoeding verschuldigd is (art. 7:220, vijfde lid BW).
Ook de kantonrechter in Utrecht heeft inmiddels een soortgelijk oordeel uitgesproken.
Conclusie
Het lijkt er op dat de lagere rechtspraak zich verzet tegen het arrest van de Hoge Raad van 22 april 2016, althans dat er een belangrijke nuance aan het plaatsvinden is. Deze uitspraken lijken logisch. De minimumvergoeding is namelijk verschuldigd ter compensatie van verhuiskosten. Als deze kosten bespaard blijven door toedoen van de verhuurder, dan moet deze vergoeding gematigd kunnen worden. De uitspraken zijn echter nog niet getoetst in hoger beroep. De vraag is of deze uitspraken stand gaan houden. De tijd zal het leren…
RechtNet Advocaten
Zowel verhuurders en huurders kunnen met vragen over de verhuiskostenvergoeding bij RechtNet Advocaten terecht. Weigert uw huurder om in te stemmen met lagere vergoeding, terwijl u een vervangende woning ter beschikking stelt? Of weigert uw verhuurder om een verhuiskostenvergoeding te voldoen, terwijl u noodgedwongen moet verhuizen? Neem dan vrijblijvend contact op met onze huurrecht advocaat.
RechtNet Advocaten kan u van gericht advies voorzien en de vergoeding voor u incasseren. U kunt ons bereiken op telefoonnummer 073 – 615 43 11 of via e e-mail: info@rechtnet.nl
mr. Casimir Vink