De vervaltermijn van wettelijke vakantiedagen leidt regelmatig tot onduidelijkheden binnen organisaties. Dit was ook het geval bij een zaak die diende bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Een arbeidsongeschikte medewerkster, van wie de arbeidsovereenkomst op 30 juni 2019 eindigde, heeft volgens het Gerechtshof geen recht meer heeft op uitbetaling van haar wettelijke vakantiedagen van 2016 en 2017, maar wel op die van 2018.
Bekijk hier onze rechtsgebieden
De vrouw werkte als sectormanager voor een stichting in de gehandicaptenzorg, maar wordt bij een reorganisatie per 1 juli 2017 boventallig verklaard en vrijgesteld van werkzaamheden. In oktober 2017 meldt de werkneemster zich ziek. De bedrijfsarts denkt in eerste instantie dat de klachten van de werkneemster terug te voeren zijn op de ontstane situatie. Later verandert hij van gedachten en oordeelt hij alsnog dat er sprake is van ziekte.
Ontbinding arbeidsovereenkomst
Tegelijkertijd lopen de spanningen tussen de medewerkster en de zorginstelling op. Dit leidt uiteindelijk tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter met ingang van 1 juli 2019. Wel speelt er nog een geschil over de uitbetaling van 55 niet genoten wettelijke vakantiedagen over 2016, 2017 en 2018. Volgens de zorginstelling zijn deze vakantiedagen vervallen, omdat de medewerkster deze dagen niet voor 1 juli 2019 heeft opgenomen.
Vervaltermijn van wettelijke vakantiedagen
De kantonrechter wijst de vordering van de werkneemster tot uitbetaling van de vakantiedagen om die reden af, maar de werkneemster gaat hiertegen in hoger beroep bij het gerechtshof. Bij de beoordeling door het Gerechtshof speelt mee dat het Europese Hof van Justitie in 2018 heeft bepaald dat werkgevers geen beroep kunnen doen op de vervaltermijn van wettelijke vakantiedagen indien medewerkers niet nauwkeurig en tijdig zijn geïnformeerd dat zij hun recht op vakantie verliezen als de vakantiedagen niet binnen de vervaltermijn worden opgenomen. Die regels heeft het Gerechtshof in deze zaak ook toegepast.
Bekijk hier onze incasso diensten
Tijdig opnemen
Het hof oordeelt dat de vakantiedagen van 2016 zijn vervallen, omdat de medewerkster bij het eindigen van de vervaltermijn op 1 juli 2017 nog niet arbeidsongeschikt was. Daarnaast heeft de werkgever de medewerkster ook geïnformeerd over de vervaltermijn en ertoe aangespoord om de vakantiedagen tijdig op te nemen. De vakantiedagen van 2017 zijn volgens het hof eveneens vervallen, omdat de medische toestand van de medewerkers niet zodanig was dat zij geen vakantie kon opnemen. Door het arbeidsconflict was enkel sprake van arbeidsongeschiktheid voor het werk bij de huidige werkgever.
Vervaldatum voor vakantiedagen
Voor de vakantiedagen van 2018 wordt de medewerkster wel in het gelijk gesteld door het Gerechtshof. Volgens het hof was de vervaldatum voor deze vakantiedagen 1 juli 2019, terwijl de laatste dag van de arbeidsovereenkomst van de medewerksters op 30 juni 2019 was vastgesteld. Omdat de uitbetaling van deze niet opgenomen vakantiedagen op 30 juni 2019 had moeten plaatsvinden, was de werkgever verplicht om deze vakantiedagen uit te betalen.
Worstelt u ook met vragen over de vervaltermijn van wettelijke vakantiedagen? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073 – 615 43 11.
Vragen? Neem contact met ons op