De rechtbank in Noord-Holland oordeelde onlangs dat eem woningcorporatie de huurovereenkomst van een echtpaar, dat ruim een jaar niet in hun sociale huurwoning heeft gewoond, terecht heeft ontbonden. De woningcorporatie vindt dat het echtpaar zich niet heeft gedragen als goed huurder en de kantonrechter is het daar mee eens.
Bekijk hier onze rechtsgebieden
Wat speelt er in deze zaak? Een echtpaar huurt sinds 1999 een woning bij een woningcorporatie in Noord-Holland. In 2020 wil de woningcorporatie de huurovereenkomst ontbinden, omdat het echtpaar in die tijd bijna twee jaar niet in het huis heeft gewoond. De woningcorporatie spant hiervoor een zaak aan bij de kantonrechter, maar die wijst dit verzoek echter af.
Goed huurderschap
Daarmee is de kous nog niet af, want ook in 2023 wordt de huurwoning niet bewoond door het echtpaar. Zij worden dat jaar zelfs tijdelijk uitgeschreven uit de Basisregistratie Personen (BRP). Begin 2024 keren zij terug naar Nederland en gaan weer in de huurwoning wonen. Toch start de woningcorporatie dan opnieuw een zaak bij de kantonrechter om de huurovereenkomst met het paar te ontbinden. Het echtpaar heeft zich volgens de woningcorporatie niet gedragen als goed huurder door ruim een jaar niet in de woning te wonen.
Onder ‘goed huurderschap’ valt volgens de woningcorporatie dat de huurwoning het hoofdverblijf is van de huurders en dat zij snel kunnen reageren als er wat gebeurt in of rond de woning. De huurders geven aan dat zij vanwege medische problemen onvrijwillig en langer dan gepland in het buitenland moesten verblijven.
Verantwoordelijkheid dragen
De rechtbank Noord-Holland geeft bij de behandeling van de zaak aan dat er geen expliciete contractuele verplichting bestaat om de woning daadwerkelijk te bewonen. Maar van een goede huurder wordt volgens de kantonrechter wel verwacht dat hij bij afwezigheid de verantwoordelijkheid voor de huurwoning kan blijven dragen. Dat is in dit geval niet gebeurd.
Na de eerdere rechtszaak in 2020 hadden de huurders volgens de kantonrechter moeten weten dat zij niet zomaar langere tijd konden vertrekken zonder passende maatregelen te treffen en zonder eerst in overleg te gaan met de woningcorporatie. Destijds wonnen zij de zaak, omdat zij toen nog niet wisten dat langdurige afwezigheid kon leiden tot slecht huurderschap. Dat hadden zij dit keer wel kunnen weten en daarom vindt de kantonrechter het hun verantwoordelijkheid dat het echtpaar hier geen rekening mee heeft gehouden.
Bekijk hier onze incasso diensten
Schaarse huurwoningen
Doordat het stel zich niet als goede huurder heeft gedragen, mag de huurovereenkomst worden ontbonden door de woningcorporatie. Zelfs nu het echtpaar weer in de woning verblijft en het waarschijnlijk moeilijk wordt om een andere passende woning te vinden.
De kantonrechter stelt dat in deze zaak het belang van de woningcorporatie, die verantwoordelijk is voor een rechtvaardige verdeling van schaarse huurwoningen, zwaarder weegt. Het feit dat deze huurwoning in de afgelopen jaren meerdere periodes lang heeft leeggestaan, staat hiermee op gespannen voet.
Het feit dat de huurders ook een tweede keer hun woning langdurig onbewoond laten, weegt waarschijnlijk zwaar mee in het besluit van de kantonrechter. Die oordeelt dat de huurders de woning binnen drie maanden moeten verlaten.
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via info@rechtnet.nl of bel naar 073 – 615 43 11.
Vragen? Neem contact met ons op

